merelmeeuwes.reismee.nl

Rio, de Janeiro, Rioohoohoo.

Het vorige verhaal eindigde in Ouro Preto vol onwetendheid over hoe het er daar eigenlijk uitzag.. En dat komt dus zoals de titel niet aangeeft nu! Ouro Preto was ontzettend mooi, het deed me wel een beetje denken aan het pittoreske van Italie. Hele mooie huizen, kerken en andere gebouwen, en dat allemaal bij elkaar gebracht door straatjes en pleinen gemaakt van keien. We zijn er een mijn gaan bezoeken, die je nog echt in kon met een treintje (net een achtbaan), en het bijzonderste daarvan was eigenlijk nog dat de twee Nederlanders die we in Lençois hadden ontmoet er ook in zaten! De mijn zelf was gelukkig ook indrukwekkend, al had onze veel te lange wandeling er naar toe misschien gemaakt dat de verwachtingen een klein beetje hoger lagen. (half Ouro Preto had ons geloof ik zien wandelen langs die 8 km lange weg, dus ook wij zelf vormden weer een atractie op zich). Die avond gingen we zoals zo ongeveer elke avond uit eten, en werd ik opeens vrij fanatiek van achteren op mijn schouder getikt.. En dat was Joris! De Belg waar wij onze 3 daagse trekking mee hadden doorgebracht. Ontzettend toevallig maar vooral ook heel gezellig, en vertrouwd als het was sloot hij natuurlijk meteen weer bij de groep aan. Om het gezelschap compleet te maken zijn we nog wat gaan drinken met ook de Nederlanders erbij, en het werd een zeer gezellige avond. De volgende dag was Eline ziek, en heeft die dus een dagje rust genomen. Joris sloot bij Bart en mij aan en samen hebben we de leuke hoekjes van Ouro Preto nog bezocht. We bleven tot die avond in Ouro Preto, want om 22.00 vertrok onze bus naar Rio!
Aangekomen in Rio (om 6 uur 's ochtends) en geweigerd bij één hostel kwamen we uit in een vrij wild party-hostel in Copacabana. Dat laatste bleek eigenlijk vooral later, want het was verder wel een prima hostel. We hebben even wat uitgerust van onze slopende busreis en zijn toen meteen gestart met een wandeling over het strand van Copacabana naar Ipanema. Het was nog rustig, maar al superleuk om te zien hoe fanatiek mensen allerlei sporten aan het doen waren, en wat voor idiote toestellen de gemeente voor deze fanatieke mensen had neer gezet. De wandeling eindigde in een Botanische tuin (die echt veel te ver lag, en onze stemming van het strand alweer had doen vervagen omdat we zere voeten hadden), waar ze ook aapjes hadden. Die aapjes maakten onze dag dan ook meteen weer, en we hebben lekker zitten kijken hoe ze terwijl ze terug keken lekker zaten te eten van de noten. Die avond hebben we ons rustig gehouden, omdat we eigenlijk gewoon volledig gesloopt waren na onze busreis en wandeling.
De volgende dag hebben we de 'centro-walkingtour' van de lonely planet (onze reisgids) gedaan om het centrum van Rio te verkennen. Dat viel eigenlijk heel erg tegen, op soms wat gezellige ouderwetse bouw van de huizen na. Om toch nog wat leukers op te zoeken hebben we het treintje gepakt naar Santa Teresa, en dat treintje was alweer superleuk opzich. Mensen springen van de zijkant staand op de trein, omdat het dan gratis is, en het brengt je een stuk hoger in de stad. Daarboven vonden we een heel leuk eettentje voor onze strak geplande lunch, waar de meest verschrikkelijke Nederlander zat die je kunt treffen als je in Brazilië zit (het zou leuk zijn als je/hij dit leest trouwens), zo eentje die ons bijna deed twijfelen of we nog terug wilden naar Nederland. (Lees: zakenreis, duur hotel, in welk duur hotel zitten jullie, wij spreken hier eigenlijk alleen maar Nederlanders die meezijn met de jongens van het Nederlands elftal , hoezo heb jij een Engelse menu-kaart nodig, doen jullie de hotelschool? Nee? O dan zijn jullie verpleegsters zeker? Met een gezicht van: hoezo kijk je me aan alsof ik dom ben terwijl ik zoveel slimme dingen heb gezegd de afgelopen minuut?). Maargoed, het broodje was heel lekker. Daarna gingen we door naar de Pão de Açúcar, oftewel de Suikerbroodberg. Die kon je tot de helft op lopen via een heel leuk pad waar we ook al snel weer werden verrast door een stel aapjes, en voor de tweede helft had je toch echt de kabelbaan nodig (of een touw en veel klimervaring, maar dat hadden we niet). Het uitzicht bij zonsondergang op Copacabana en de rest van Rio was prachtig en onze wandeling zeker waard.
De volgende dag begon met het zoeken van een redelijke fiets en kaart van de stad voor Bart, die van plan was de Corcovado (berg waar het Christusbeeld op staat) op te fietsen. Toen hij eenmaal veilig en wel onderweg was pakten Eline en ik de bus die kant op om hem aan te moedigen en vooral ook zelf het uitzicht te bekijken. Door al het toeristische gedoe en uiteraard ook de berenconditie van Bart was hij veel sneller boven dan wij. Eenmaal boven bleek dat beeld toch echt wel gigantisch (38 m hoog) en het aantal mensen dat dat met ons aan het bekijken was minstens zo gigantisch. Het was prachtig om Christus en al zijn volgelingen (menig Braziliaan stond in exact dezelfde houding voor Christus te poseren voor een prachtfoto) te zien van zo dichtbij.
's Middags zijn we bij een zeer laf zonnetje op het strand gaan liggen, maar nu kunnen we dus wel mooi zeggen dat we gezond hebben op het strand van Copacabana. 's Avonds gingen we het nachtleven van Lapa verkennen, wat echt superleuk was. Alles en iedereen op straat, en overal kwam muziek vandaan. Even waande ik me weer een soort carnaval en kon je de Caipirinha prijzen van verschillende stalletjes weer vergelijken. Veel mensen waarschuwden wel dat het ook gevaarlijk kon zijn, en dat bleek later toen ik opeens volledig gecheckt werd door een lijm snuivend jongetje vlak naast me. Echt heel gek om te zien, heel confronterend. Ik had niets waardevols waar hij bij kon en was dus ook totaal niet bang, maar opeens viel het op dat er nog een stuk of 4 van die jongetjes ook veel te onopvallend tussen de dansende en beschonken menigte stonden te kijken wie wat had. De avond was wel echt een topavond en tegen ieders wil in hebben we toch gewoon de (volle) bus naar Copacabana gepakt (i.p.v. de taxi, waar veel Brazilianen je nog net niet persoonlijk in zetten).
De volgende dag gingen we 's ochtends naar Santa Marta, ookwel Dona Marta. Een Favela (sloppenwijk) die eigenlijk gewoon in Rio zelf ligt. Alle andere arme wijken liggen meer buiten Rio zelf, maar Santa Marta was echt heel makkelijk te bereiken. De gemeente heeft er een heel mooi plan opgezet en biedt bewoners de gelegenheid om toeristen rond te leiden door de Favela. Het geld dat wij betalen gaat dan voornamelijk naar het verbeteren van de infrastructuur op de berg zelf. Want de infrastructuur is echt iets heel kunstigs. Zoveel huisjes zo dichtbij elkaar had ik nog nooit gezien, zonder mogelijkheid om te fietsen of er met een auto te komen en bijna alleen maar bestaand uit trappen. In de favela wonen wel 7000 mensen waar eigenlijk maar heel weinig voorzieningen voor waren. Super interessant om een keer te bekijken, en ook heel gek om je te bedenken dat heel veel mensen daar gewoon wonen en zich er thuis voelen.
We hebben die dag verder nog wat door de stad gelopen maar vooral ook Brazilië-Nederland bekeken. En, zoals ik al gezegd had met mijn vooruitziende blik, werd het gelijkspel! 's Avonds gingen we nog naar een typische markt met van alles en nog wat uit het Noord-Oosten van Brazilië, dus Eline en ik vonden weer even wat dingen die we al bijna aan het missen waren, en Bart waande zich even in het Noord Oosten waar hij slechts Salvador van had gezien.
De volgende dag hebben we nog even een stukje gelopen in de net-niet-net-wel regen als prachtafsluiter van Rio, en als prachtafsluiter van Brazilë (niet dus, maar gelukkig hecht ik niet zoveel waarde aan de afsluiter en wel gewoon aan de afgelopen maanden), want dat was de dag dat de reis voor Bart en mij naar Nederland al begon!
Dit typende zit ik dus gewoon weer in Nederland, waar de zon gelukkig ook schijnt en waar er genoeg dingen zijn die ik stiekem toch behoorlijk heb gemist (pindakaas bijvoorbeeld). Met ergens wel een beetje pijn in mijn hart maar vooral een voldaan gevoel kan ik dus aankondigen dat er vanaf nu geen ellenlange verhalen meer over mijn avonturen komen, en dat dit echt de laatste was. Ik kijk terug op een prachtreis en wil de trouwe en mindertrouwe lezers van deze blog bedanken voor het lezen!
Beijo grande!!

Van Salvador tot Ouro Preto

Onze stage is afgelopen, en dat betekende: REIZEN GEBLAZEN! Een beetje eerder dan gepland, maar totaal niet ongewenst want we waren de overvloed aan vrije tijd in Aracaju stiekem wel een beetje zat. Het afscheid daar was wel mooi, want we hebben op de laatste avond nog even iedereen gedag kunnen zeggen en gezellig wat gedronken met onze vrienden daar. Als afscheidscadeau hebben we ook een CD met alle mogelijke Braziliaanse muziek er op gekregen, dus daar gaan we jullie natuurlijk straks mee lopen vervelen.

Onze trip begon in Salvador, waar we goede herinneringen aan over hadden gehouden na een week carnavallen begin maart. We hadden het leukste hostel dat er was geboekt en ons voorgenomen nu toch ook maar iets van de stad te gaan bekijken. Dat was echt 10x leuker dan ik verwacht had, want Salvador bleek echt prachtig te zijn. Zoveel mooie, maar vooral ook hele echte dingen. Iedereen bij elkaar op straat, en omdat wij vergeleken met reismaand 1 veel beter Portugees konden was ook iedereen wel in voor een praatje met ons. We ontmoetten meteen al een heel stel medereizigers waar we mee uit eten gingen (Californie, Noorwegen, Brazilie, Chili en Nederland), we hebben gefeest onder bescherming van een Capoeira meester (die had een soort van leger van Capoeira leerlingen om ons te beschermen tegen alle gevaren van Salvador, althans, zo gedroeg hij zich), en we hebben bijna een dag lang een privé Capoeira show gehad van de meest gespierde Brazilianen die we hier hebben ontmoet, om daarna gezellig een drankje met ze te drinken en aan te horen dat hun leven toch echt niet het makkelijkste is. Supermooi om van zo dichtbij mee te maken. En toen die dag voorbij was….

Gingen we Bart van het vliegveld halen!!!!!! Want ook Bart is iets eerder dan gepland hier gekomen. Vanaf dat moment zijn we dus getransformeerd van een onafscheidelijk tweetal naar een nu al een week bestaand onafscheidelijk drietal. We hebben Bart meteen meegenomen naar het busstation, om na een 6 uur durende busreis aan te komen in Lençois, begindorpje van wonderschoon natuurgebied ‘Chapada Diamantina’. Daar hadden we een heel leuk huiselijk hostel gevonden waar om 5 uur ’s ochtends een bed voor ons klaar stond. De volgende dag hebben we een heerlijk stuk gewandeld, en enkelen onder ons (lees: ik niet) een stukje gezwommen in ijskoud water tussen heel grote rotsen. Was een supermooie wandeling in de prachtige natuur. De dag erop begon het echte werk: een drie daagse ‘trekking’ door de Chapada. Wij dachten dat we dat wandelen wel even gingen doen met onze backpack op de rug, en dat slapen op een steen ook prima te doen was. De praktijk was een superzwaar wandeltraject van grote steen naar grote steen en van hoog naar laag, maar dat was wel echt supermooi. Onze nachtrust op deze koude harde stenen viel toch wel erg tegen, dus al met al werden we af en toe best wel op de proef gesteld, om vervolgens weer beloond te worden met de meest prachtige watervallen, meertjes en uitzichten. We waren samen met hyperactieve maar ook beste gids ooit Yuri, en Joris uit België, die ons ongeveer perfecte gezelschap compleet maakte. Dat we af en toe ons leven gewaagd hebben en op de meest gladde stenen bij grote hoogtes moesten oversteken zal ik hier maar niet te uitgebreid neerzetten, aangezien mijn moeder deze verhalen drie keer leest. Na deze drie dagen hoeft dus ook geen wielrenner zich meer zorgen te maken dat Bart (of volgens Yuri: Batjie) uit vorm is geraakt. Ook Eline en ik zijn na de nodige spierpijn inmiddels in topvorm!

Daarna wilden Eline en ik Batjie toch wel erg graag onze andere geliefde, Salvador, laten zien, dus pakten we de nachtbus daar naartoe. Het was een beetje fanatiek, na 3 dagen zwaar wandelen en 3 nachten slecht slapen (het regende aircovocht in de bus), maar Salvador is fantastisch genoeg om dat te vergeten. Ook Bart vond het supermooi en we hebben er nog heel lekker gewandeld. Dit keer waren ook wij eens een bezienswaardigheid op zich en werden we meegenomen op de klassenfoto van 2 scholen (waar wij dachten dat we met 5 kinderen op de foto gingen, bleken er op de foto nog ongeveer 30 kinderen extra achter ons te staan) . Na een paar uur Salvador vloog ons vliegtuig naar Belo Horizonte, waar we één nachtje verbleven om de volgende dag naar nationaal park Caraça te gaan, waar een prachtig klooster staat midden in het niets tussen alle bergen. Dat in het niets klinkt mooier dan het is, want helaas weet heel Belo Horizonte (met 2,5 miljoen inwoners) dat ook. We konden daar ’s avonds echte wolven bekijken die ze een soort van getemd hebben door ze vlees te voeren. Die wolven waren nog veel mooier dan verwacht, die Brazilianen er naast nog veel irritanter dan verwacht. Waar ze al het geluid vandaan haalden snapten wij niet, maar ze wisten een prachtig ritueel om te toveren in een lawaaierig gedoe met veel te veel camera flitsen erbij. Gelukkig hadden de wolven er niet al te veel moeite mee. Ook daar hebben we nog 2 mooie wandelingen gemaakt en een waterval gezien. En konden we stoer antwoordden als iemand vroeg of we het ook zo zwaar vonden dat deze wandelingen voor ons dus echt niet zwaar waren. Minpuntje van deze plek was dat je de winter hier toch echt wel begint te voelen en je best een beetje dapper moet zijn om nog in je korte broek rond te lopen. Pluspuntje van het koude weer: we kunnen eindelijk weer onder een deken slapen.

Na Caraça zijn we doorgegaan naar Ouro Preto, en daar zitten we nu. We hebben er nog niet zoveel gezien maar wel een heuse lift genomen in plaats van de bus om hier te komen, dus ook dat was een avontuur op zich. Voor vandaag staan de was, een mijn, en het plaatsen van foto’s bij dit verhaal op het programma. Morgen gaan we Ouro Preto verkennen (Bart wil de 23 kerken afturven die ze hier hebben (gek genoeg wilde hij de 365 kerken van Salvador dan weer niet afturven)). In ieder geval een mooi programma, en daarna: RIO DE JANEIROOOOOOOOOO.

Dikke kussen van ons alledrie.

O.. Linda! En nog 4 weken stage

Afgelopen weekend negeerden we alle boze regenwolken maar eens, en gingen we er op uit! We hebben de bus gepakt naar Recife (duurde 10 uur, met superveel mooi uitzicht) en daarna een taxi naar het wonderschone Olinda. Linda betekent mooi/knap, en aangezien we al de hele vakantie bij deze naam nageroepen worden leek het ons toepasselijk deze naar ons vernoemde stad ook maar eens te gaan bekijken! (dat is niet arrogant, dat is gewoon wat ze hier roepen, en dat went)
In ieder geval vonden we een mooi maar lichtelijk vies hostel in deze hele pittoreske kleine stad, waar we eindelijk weer eens de toerist uit konden hangen. Over Olinda valt eigenlijk niet heel veel te vertellen, je kunt beter de foto’s bekijken. Het doet zijn naam echt eer aan, en het is een ideale wandelstad omdat alles binnen loopafstand van elkaar ligt (de hoogteverschillen en kasseien zijn minder aangenaam, maar brengen wel prachtige uitzichten). We hebben er met volle zon, maar ook met regen lekker rondgelopen, en gingen natuurlijk ook ’s avonds door om naast de kerken/cathedralen de caipirinhas te vinden. Dat lukte, de eerste dag in een buitenplaats met live muziek en veel dansende de mensen. De sfeer was er super gezellig en er werd al vrij snel gevraagd door een meisje of we bij haar en een vriend van haar aan tafel wilden komen zitten. Ik betwijfel of dat me ook nog eens gaat overkomen op een Nederlands terras, misschien hooguit als er daar een Braziliaan op vakantie is? In ieder geval heel gezellig en de jongen bleek ook 4 maanden in Nederland gewoond te hebben. Genoeg om over te praten dus. Het voordeel wil dat het hier om 6 uur donker is, je je dan kunt wanen dat het 11 uur is, en vervolgens om ‘de echte’ 11 uur al genoeg gedronken/gepraat hebt om naar bed te willen. We lagen er dus op tijd in. De tweede avond zijn we ook nog naar een leuke bar geweest waar een beetje meer Afrikaanse muziek was met trommels (percussion) en waar ook flink gedanst werd door de meest uit een lopende personen.

Verder hebben we natuurlijk ook Recife verkend, wat een stuk groter is. Een echte stad, met alle Braziliaanse chaos, stank, en lelijkheid die erbij hoort. Natuurlijk ook met mooie dingen, maar die stonden hier wel erg ingebouwd door woningen en winkels. Het was echt fascinerend om rond te lopen tussen alle vrouwen met paraplu’s, korte broekjes en sexy shirtjes op zoek naar nog meer korte broekjes en sexy shirtjes, terwijl er op elke hoek van de straat een andere cd-verkoper stond met gigantische geluidsboxen, en veel winkels het liefst ook nog hun waren lieten verkondigen door een jongen met een microfoon. Oftewel, chaos. Maar wel leuk om er tussen te lopen. De laatste avond hebben we ons er vermaakt met een artistieke markt, Doornroosje in het Portugees en een heuse motorstuntshow (naast de rivier was een schans gebouwd die die motorrijders echt superhoog in de lucht bracht om daar hun kunsten te vertonen onder het genot van keiharde rockmuziek) ook wel gaaf om een keer te zien, maar geloof ik niet echt typisch Braziliaans.

Ondertussen is er alweer een tijdje voorbijgegaan en loopt de stage (een beetje rustig) door. We zijn een paar weekenden geleden ook nog met twee vrienden meegeweest naar een fazenda (boerderij) bij de Rio São Fransisco. Echt prachtig daar, hele mooie natuur en een prachtige rivier. Was echt heerlijk om eens even niet in de stad te zijn. Ook daarvan heb ik nog een paar mooie foto's.
We blijven nog maar 4 weken hier, en dan gaan we, zonder alle data voor het onderzoek binnen te hebben, weer rondreizen. De restanten van het onderzoek kunnen ze ons dan mailen.. Verder gaan we nog zoveel mogelijk leuke dingen doen in die tijd en zo hard mogelijk werken aan zowel stage als Portugees!

En o ja, er was in Olinda nog een best gezellige junk die ons even aanspraak om te vragen waar we vandaan kwamen en al vrij snel wegging richting zijn heuvel met de opmerking: ‘Eu gosto de ficar very crazy!’ (voor de mensen zonder Portugese woordenboeken/Google translate: Ik houd er van om heel gek te worden!). Een dag later op Moederdag werd ons trouwens ook voor het eerst in ons leven gevraagd of we al moeder waren, in plaats van wat we aan onze moeders gegeven hadden voor Moederdag.. Word ik oud, of komt het gewoon omdat iedereen hier zo jong kinderen krijgt?

Beijo

Brazilië vs. Nederland

4 juni aanstaande is er een vriendschappelijke voetbalwedstrijd tussen Nederland en Brazilië, hier in Brazilië. Helaas voor ons op een zeer onhandige plek in dit megaland, dus we zullen een tv op moeten zoeken. Bij deze alvast even een voorbeschouwing. Ik heb niet zoveel verstand van voetbal, dus ik bekijk het wel gewoon op mijn manier. Wat maakt deze landen tot de beste, mooiste en uitblinkendste? Welk land is het beste land?

Het weer:
Véééél meer zon in Brazilië natuurlijk. Zon brengt een heleboel met zich mee: zee, zonnebaden, volleybal, surfen, muziek, dans, zweet (minder aangenaam, maar valt in het niet), gezonde huidskleur, mooiere mensen, ga zo maar door. Misschien wel het belangrijkste (doel)punt. Brazilië: 1.

Muziek en dans:
Er zijn niet veel momenten op de dag dat je geen muziek hoort hier, waarschijnlijk alleen als we in de pediatriekliniek zijn. Alhoewel, ook daar in de wachtkamer galmen de Braziliaanse zangers uit verschillende broekzakken. Brazilië = muziek. Vanuit huizen, vanuit de kofferbak (het merendeel), vanuit de laptop in het appartement (het werkt verslavend, dus ook wij gaan er in mee), vanaf auto’s, vanaf fietsen, uiteraard vanuit bars, en niet te vergeten vanuit de operatiekamer en dus die wachtkamers. Het maakt dat de over het algemeen dikkere lijven hier een stuk soepeler zijn dan die van ons, en dat wij hopelijk wat van die soepelheid mee weten te brengen naar Nederland. Overduidelijk: Brazilie: 1

Mannen 1:
Een belangrijk verschil dat ik tegen kwam in mijn boek ‘Kannibalen in Rio’ is het volgende (ik zou het zelf niet beter kunnen zeggen): Bij de Braziliaanse man weet je al binnen 5 seconden of hij geïnteresseerd in je is of niet. Dat weet je gewoon, dat merk je (hoe? door: psst, liefdebriefjes en gestaar). Mocht je twijfelen: gok 'ja'. Ze willen je namelijk 9 van de 10 keer. Een Nederlandse man kijkt hierbij in vergelijking de kat uit de boom en speelt ‘hard to get’, ook al lukt dat hem meestal niet. Je zou kunnen zeggen dat je bij een Braziliaanse man veel beter weet waar je aan toe bent, maar je kunt het natuurlijk ook gewoon ‘irritant’ noemen. Nederland: 1 (ik weet ook niet of Bart het zou pikken als ik hier Brazilië zou laten winnen)

Mannen 2:
Aansluitend op het vorige punt is dat mannen hier ook met andere zaken veel makkelijker en directer zijn. Als ze behoefte hebben om in hun kruis te krabben, dan doen ze dat, en iedereen mag het zien. Ze zijn niet stiekem, ze winden er geen doeken omheen. Een mooi voorbeeld hiervan is een patiënt die half verdoofd en poedelnaakt op de operatietafel lag, vlak voor zijn ingreep. Met de nadruk op half verdoofd, want krabben aan zijn geslacht was nog het enige wat hij wilde en kon doen. Oké, geef mij dan toch maar die Nederlandse bescheidenheid. Nederland: 1

Arm en rijk:
Het meest opvallende verschil tussen Brazilië en Nederland (als je iets verder kijkt dan alleen het weer) is denk ik hoe arm en rijk hier naast elkaar leven. Het went, maar het blijft vreemd om te zien hoe arme, slecht verzorgde, brandmagere mannen bij stoplichten staan met een fles water en een doek om de ramen van de rijken (die natuurlijk gewoon ruitenwissers en ruitenvloeistof hebben) tegen minimale betaling te wassen. Het is ook één van de weinige dingen die in dit immense land in elke stad/staat terug te vinden zijn. Helaas zeggen de rijke mensen 9 van de 10 keer nee. Geef mij dus maar Nederland, waar de rijkeren wel belasting af moeten dragen voor de wat minder bedeelden. Nederland: 1

Dik en sexy:
Gaan hier gepaard. De Braziliaanse vrouw mag eten wat ze wil, en stil zitten zolang ze wil, volgens mij. Als ze, als er muziek op staat, maar weet hoe ze haar billen sexy moet rond bewegen, en als ze zich maar schaars genoeg kleed en zich goed verzorgd. Aangezien de mannen hier ook elke dag de nodige biertjes wegtikken, loopt ook onder hen het merendeel met een bierbuik rond. Mag allemaal, als het maar gezellig is. Waar je de Nederlandse jongens dus tegen elkaar hoort zeggen ‘Nee, zij is echt te dik’, kijkt de Braziliaanse man meer naar de moves die de vrouw te bieden heeft. Brazilië: 1

Gezondheidszorg:
Echt een beetje een zooitje hier. Het komt er op neer dat iedereen wel recht heeft op de hulp die hij/zij nodig heeft, maar dat dat in de praktijk gewoon lang niet altijd lukt. Er zijn eigenlijk drie vormen van gezondheidszorg. De eerste is de publieke zorg: Ziekenhuizen volledig betaald door de overheid, voornamelijk in gebruik door mensen zonder verzekering, de arme mensen dus. Dit is een grote groep, dus het ziekenhuis dat we gezien hebben is ook het grootst. Helaas ook het minst goed voor elkaar… Mensen die operaties nodig hebben moeten heel lang wachten, wat er dus voor kan zorgen dat het te laat is voor de patiënt. De tweede vorm van zorg is voor de mensen met een verzekering, wat gelukkig ook een grote groep is, maar kleiner dan de eerste groep. Hierdoor is de zorg al wat makkelijker bereikbaar voor de mensen. De derde vorm van zorg vind ik de stomste, dat is namelijk: Wie betaalt, ontvangt. Oftewel de particuliere gezondheidszorg. Mensen betalen (veel) geld voor operaties, en ontlopen hiermee lange wachtrijen… Ik denk dus dat we in Nederland trots kunnen zijn op ons zorgstelsel, al is het voor ons allemaal wel een stuk makkelijker geweest om op te bouwen, zonder gigantische aantallen hele arme mensen. Nederland: 1

En tot slot, eten:
Ondanks dat ik het Nederlandse brood af en toe behoorlijk mis, kunnen de Nederlanders niet op tegen de enorme hoeveelheden vers fruit en verse groenten hier. Bijkomend voordeel is dat het een stuk goedkoper is dan Nederland, en dat je het ook nog eens zonder gif krijgt zonder dat je daar extra voor hoeft te betalen onder de naam ‘Biologisch’. Ander eten in restaurants en bars is ook erg goed, en ook de bonen, rijst en carne do sol smaken veel beter dan ik van te voren had verwacht. Brazilië: 1

De uitslag:
Oké, ik ben niet goed in voetbaluitslagen voorspellen, maar ik ben wel iets beter in rekenen. Ik geef dus wel gewoon toe dat ik van te voren bedacht had dat het gelijkspel moest worden. De uitslag, verrassend genoeg: 4-4! Laat de Nederlandse en Braziliaanse mannen maar uitmaken wie het beste land heeft. Misschien hoop ik gezien de leefbaarheid voor ons hier wel gewoon dat Brazilië wint.

Aracaju

Inmiddels zitten we alweer bijna een maand in Aracaju, de plek van onze stage. De tijd gaat echt ontzettend snel (ondanks dat er wat stage betreft vrij weinig gebeurd is) en we zitten gewoon al bijna op de helft van onze hele trip.

Vooral de eerste week was het erg aangenaam dat er weinig gebeurde, omdat onze lichamen toen hun tijd nodig hadden om te herstellen van de carnaval jetlag (fase I). Daarna begonnen we wel wat meer Nederlandse studiegevoelens te krijgen, en vonden we dat er iets moest gebeuren (fase II). De mentaliteit is hier alleen echt heel anders dan wij gewend zijn, en tegen de tijd dat we daar achter kwamen begonnen we maar aan fase III --> Braziliaanse mentaliteit aannemen. Of te wel: Aannemen dat het allemaal gaat gebeuren, en dat je het ongeveer vanzelf merkt als dat moment zo ver is. Tot die tijd: Fietsen regelen, plattegrond uit ons hoofd leren, heeeel veel in de Portugees boeken zitten, nog meer met portugeese luisteroefeningen in je oren zitten, kennissen kweken, zorgen dat je de stranden goed kent, uitzoeken wanneer het eb en vloed is, ontdekken hoe het ziekenhuis in elkaar steekt en daarnaast ook zoveel mogelijk zelf literatuur lezen voor het onderzoek.

Het komt er dus een beetje op neer dat we via een soort bezigheidstherapie onszelf hier helemaal hebben laten wennen, het nu vrij heerlijk hebben en misschien al iets teveel gewend zijn aan deze manier van leven. Het moment dat de stage echt gaat vlammen lijkt te zijn aangebroken. Brazilianen maken hun mentaliteit waar, en dat wil zeggen dat we hier gisteravond (zondag dus) om half 9 zaten te bespreken hoe we het deze week aanpakken. Onze geplande film kreeg even uitstel, en na een dagje strand was het ook even omschakelen om zo serieus te praten, maar het was goed om alles door te spreken. Best wel gek om te zien dat ze dus gewoon werken wanneer het nodig is/lijkt te zijn, ook als dat zondagavond is. Ricardo (de professor die het allemaal leidt) moest daarna zelfs nog naar een condoleance..

Aracaju zelf is ongeveer net zo groot als Amsterdam. Wel wat minder inwoners, maar ook wat minder huizen op elkaar gestapeld dan bij ons. Er loopt hier een hele mooie brede rivier waarlangs we kunnen hardlopen, maar waarin je verder niet veel meer dan 3 vissersbootjes ziet en waar je helaas ook nooit iemand in ziet zwemmen (ik blijf de neiging houden om er in te springen met al die hitte hier). Als je de rivier vervolgd kom je bij de stranden en de zee (3 kwartier fietsen), en die zijn erg mooi. De zee (oceaan dus) is wel ontzettend wild, dus veel verder dan tot je middel ga je er eigenlijk niet in als je wilt afkoelen.
Verder is er aan de andere kant van de rivier een soort schiereiland, dat vol staat met palmbomen en waar de huizen veel dorpser zijn. Veel kleiner, met gezellige (maar wel een stuk armoedigere) straatjes. Eigenlijk veel leuker dan de stad. Daar zijn we gisteren heen gefietst in de hitte om het strand daar op te zoeken, echt supermooi.

Van het ziekenhuis schrokken we de eerste keer eigenlijk best wel een beetje. Vooral omdat de levens van de mensen die we gesproken hadden heel vergelijkbaar zijn met die van ons in Nederland: Een goed huis, een auto voor de deur, internet, mobiele telefoons, enz. enz. Het ziekenhuis is wat dat betreft niet echt vergelijkbaar met dat van ons. Het is veel kleiner, de gangen zijn smal en chaotisch, het staat niet netjes in de verf en er zitten scheuren in de muur, en het zit vol met wachtende en pratende patienten. Het doet behoorlijk chaotisch aan allemaal. De spreekkamertjes zijn heel klein, en vaak hebben ze er 2 in één, in tweeen gedeeld door een muur die het plafond niet bereikt, en dus het geluid ook niet tegen houdt. Verder is het de normaalste zaak van de wereld om met best wel veel studenten tegelijkertijd in zo'n ruimte te zijn, en is het dus ook geen enkel probleem als wij daar allebei ook nog eens bij komen zitten meekijken. Ze hebben ook een soort ruimte waar de studenten en leidinggevende artsen bij elkaar komen, maar ook dat zijn gewoon spreekkamers die tijdens gesprekken tussen artsen gebruikt worden voor het consult van 2 of 3 patienten tegelijk. Oftewel: chaos alom. Voor ons was het eerst vooral wennen aan het in-de-weg-sta gevoel daar. Patienten hoefden ook niet om toestemming gevraagd te worden als wij meekijken, we moesten er gewoon gaan staan. Vooral ook niet te volgen voor ons, want het Portugees gaat snel en zachtjes en er is veel achtergrondgeluid. Verder werken ze niet met computers, maar alleen met losse blaadjes. Die losse blaadjes gaan dan allemaal bij elkaar, maar niet op volgorde, in de envelop van een patient en worden verder niet gedigitaliseerd. Vanaf woensdag wordt dat dus de plek waar wij patienten voor het onderzoek uit vandaan gaan vissen!

Verder trekken we vooral op met een paar andere geneeskundestudenten hier. De studenten hier wonen allemaal nog bij hun ouders, maar hebben wel een auto. Ze werken niet naast hun studie, want dat kan niet als je geneeskunde doet, en als je geneeskunde wilt studeren betekent dat vooral dat je ouders het moeten kunnen betalen. Ze zijn dus ook rijk (zo heeft onze medestudent in het onderzoek ons al in 3 verschillende, grote, auto's opgehaald) en nemen ons mee naar bars waar de prijzen hetzelfde liggen als in Nederland. Aanstaande vrijdag gaan we naar een groot feest met bekende artiesten die ook tijdens Carnaval in Salvador optraden, en moeten we gekleed in een t'shirt dat onze entree is (oftewel: net zo als carnaval!) Alleen is het op één plek, en hoeven we dus niet achter een wagen aan te lopen.

Nou, dat was voor nu even een impressie van het leven hier, dat ons tot op heden dus prima afgaat. De berichten vanuit Nederland zijn dat ook jullie de zon wat vaker beginnen te zien, hoe is het verder daar?

Beijos do Brasil!

Carnaval in Salvador!

Status: Aangekomen in Aracaju, met een lichaam dat nog steeds 's ochtends naar bed wil en 's avonds de straat op, voorzien van Caipirinha's of jawel, Smirnoff .

Wat was dat een feest zeg! Echt onwijs leuk en niet te evenaren. De aankomst in Salvador was even een cultuurschok (met je blonde hoofd en je grote tas in een niet heel lekkere buurt in Salvador lopen is niet echt genieten), maar de rest van de week des te leuker.

In het begin moesten we even ontdekken hoe het allemaal in elkaar steekt daar: Er waren 3 routes, waarlangs elke dag grote trucks met artiesten (een stuk of 20 per dag) gingen, met eromheen een heel groot aantal mensen. Om een aantal van die trucks kon je gratis heen lopen, maar voor het grootste deel moest je flink wat betalen als je 'binnen de touwen' wilde lopen.Er is om zo'n truck dan een groot touw gespannen, door mensen die meelopen, en daar binnen mag je alleen komen als je het shirt van die artiest aan hebt (shirt = ticket, zegmaar). Zo'n shirt kon je dan van te voren kopen, varierend van ongeveer 30 euro tot 500 euro. De truck doet er dan ongeveer 8 uur over om het hele traject af te gaan, en jij mag dan dus binnen de touwen lopen (drankjes niet inbegrepen).

Vlakbij ons hostel zat zo'n route, maar de meest populaire zat een heel stuk verderop. De eerste avond bleven we in de buurt van ons hostel, en liepen we tussen de karren die geen geld kostten. We hebben een poging gewaagd net zo met onze konten te schudden als de Brazilianen, maar dat was tevergeefs. Ik geloof dat het in onze genen zit dat we niet zo soepel zijn als de Brazilianen, en daarnaast hebben zij natuurlijk heel wat jaren carnavalervaring meer dan wij.

De 2e avond gingen we voor het eerst naar de populairdere route, waar nog veel mensen waren. We zagen Brazilie's grootste sterren vanaf de zijkant van het parcours, en zongen vrolijk mee: ' Agua mineral! agua mineral! agua mineral! agua mineral!' De teksten zijn gelukkig vaak niet zo moeilijk, en het zijn ongeveer net zulke slechte liedjes als in Nederland, alleen dan veel leuker omdat het niet Nederlands is.

De avond daarna gingen we naar een groep Israeliers waarvan we er een paar ontmoet hadden in de bus naar Salvador. Toch wel erg handig om in een groep te lopen, want dan krijg je opeens veel minder onverwachte zoenpogingen en handvastpakacties dan wanneer wij met z'n tweetjes rondliepen door de stad. Die avond was erg gezellig, zo gezellig dat het opeens weer licht was toen we naar huis gingen. Dankzij de Israeliers ontdekten we trouwens ook de motortaxi's: een zeer welkome oplossing voor onze voeten die echt-niet-meer-wilden.

De avonden er na waren vergelijkbaar, alleen gingen we ook weer met z'n tweeen op pad. We werden eigenlijk steeds stoerder naar de vervelende Brazilianen toe, mede omdat Eline een opblaasbare hamer te pakken had gekregen. Verder moet je ze gewoon boos aankijken, wegduwen, zeggen dat je een vriend hebt of publiekelijk vernederen door ze een soort rode kaart voor te houden zoals een scheidsrechter dat doet bij voetbal. Hier hebben ze eigenlijk allemaal niet van terug.

De ergsten die er tussen zitten zijn trouwens de ' filhos de ghandy' (zonen van ghandi) een soort gekke stroming waarvan je echte en neppe hebt in Salvador. De echten kunnen zich onderscheiden door een soort paspoort te laten zien, maar verder zien ze er hetzelfde uit. En dat is echt heel mooi, vooral de eerste dag waren we nog onder de indruk van hun gewaden (komt ook nog een foto van, maar dat kan nu even niet omdat ik in een internetcafe zit). In ieder geval, die Ghandy's (populair afgekort), hebben heel veel grote kettingen om hun nek. Ze komen dan met zo'n ketting op je af, en doen die om je nek. Stap 2 is dat ze met een zwoele blik en getuite lippen je gezicht naderen. Als je ze op dat moment niet slaat met de hamer of wegduwt dan heb je eigenlijk al gezoend met een Ghandy. Ze doen het ongeveer allemaal, wat maakte dat we van een bewonderende blik naar een ontwijkende blik naar deze mannen gingen in de loop van de week. Uitdaging voor ons: Bemachtig een ketting zonder een zoen (want die kettingen waren dan wel weer leuk). We hebben meer pogingen gewaagd dan successen behaald, maar gelukkig hebben we allebei een paar kettingen bemachtigd zonder gezoend te zijn!

Al met al was ongeveer elke avond even vermakelijk, en werd elke avond ook steeds een beetje meer ochtend. De enigen die het niet aan konden waren onze voeten, die keer op keer nog maar net het hostel haalden na een lange wandeling. 40 MM in Nederland is echt een laffe versie van Carnaval in Salvador.

De allerlaatste avond kwam DJ David Guetta, die er helemaal een gekkenhuis van maakte. Nog meer mensen dan de avonden ervoor liepen er bij elkaar, nog meer gedring, nog meer geduw en misschien ook nog wel meer handen langs onze kont- en voorzakken dan de dagen ervoor (van gekke oude vrouwen en kleine enge jongetjes) Want die had ik nog niet gemeld: Maar als we geen fantastische buikbuidel hadden gehad waren we meer dan failliet gegaan met carnaval...

Tot slot nog even wat opmerkelijke feiten:
- Er waren echt heeeeeeeeel veel mensen. (oke, niet echt opmerkelijk)
- Drankjes koop je bij een heleboel verschillende mini-stands langs de weg. Allemaal mensen staan met gekoelde piepschuimbakken vol water hun drankjes te verkopen, helemaal niet duur gelukkig.
- Er zijn geen afvalbakken, je gooit je afval gewoon in de goot van de straat. Moeilijk te accepteren in het begin, maar de volgende opmerkelijke zaken maken het acceptabel.
- Er lopen de hele tijd arme mensen met grote zakken om lege blikjes te verzamelen, want metaal is geld waard ivm het recyclen.
- Elke ochtend zijn er bijna net zoveel schoonmakers als feestgangers om het weer helemaal spik en span te maken.
- Elke ochtend ruikt het heerlijk naar shampoo in de straten, want ze wassen de straten met de heerlijkste zepen (echt heel gek), elke avond ruikt het dan gewoon weer naarurine.

Nou, nu stop ik weer met het verhaal. Foto's volgen nog, al hebben we die niet zelf gemaakt. Het is echt ten sterkste afgeraden om je camera mee te nemen de straat op. Op google afbeeldingen heb ik gelukkig een heleboel mooie en echt-zoals-het-was foto's gevonden, dus die zal ik er nog even opzetten. Inmiddels zitten we in Aracaju, waar we de komende 3 maanden blijven. Verslag van hoe het hier is volgt binnenkort!

Belém & Fortaleza

Primeira praia

Het vorige verhaal eindige met een vermoeide maar meer dan voldane aankomst in Belém: Tijd om uit te rusten in een goed hostel, maar vooral ook om deze mooie stad te gaan verkennen. Helaas pakte het ietsje anders uit, want ik werd geveld door een vervelend buikvirus wat er vooral voor zorgde dat ik veel tijd in de buurt van een wc doorbracht. Eline had het ook te pakken, maar die was er gelukkig sneller van af. Bij mij duurde dat wel een dag of 5, waarbij uitgebreid de stad verkennen er niet echt meer in zat. (ik zal er maar niet verder op in gaan, maar heel veel hebben we dus niet gezien van Belém).

Wel een hele mooie stad, een stuk aangenamer dan Manaus ook. Na 2 volledige dagen rust in het hostel nam Eline me, half op sleeptouw, mee de stad in (Eline droeg de hele tijd de tas, lief hè). De straten waar we door wandelden waren heel leuk en vooral afwisselend. Op de foto zie je ook wat foto's van de markt. Die was echt heel mooi, en er waren ontzettend veel verse groenten, fruit, noten en vleeswaren. Echt immens veel. Helaas kon ik op dat moment het eten niet zo waarderen, maar nu op de foto's des te meer. Verder werden we nog aangehouden door een politieman (die zien er hier allemaal een beetje uit als M.E.-mensen), omdat we voorzichtig moesten zijn met waardevolle spullen. Ik moest ook mijn naam zeggen, dus het kan zijn dat ze me op dit moment in Brazilië nog zoeken. In ieder geval wel handig dat hij er ons op wees dat we in een gevaarlijk deel van de stad zaten. Verder is het denk ik vooral leuk om die foto's van Belém te bekijken om een indruk van de stad te krijgen.

Na 3 nachten in Belém ging het een stukje beter, en hoefde ik niet meer in de buurt van de wc te zijn. Wel zo handig ook, want we moesten met de bus naar Fortaleza, à 27 uur. Die busreis was iets minder relaxed en aangenaam dan we verwacht hadden, maar ging gelukkig wel vrij snel (alleen de laatste uren duurden een dag).

In Fortaleza hadden we afgesproken te slapen bij Argus, die we hadden ontmoet in Curitiba. Argus stond ons onverwacht al op te wachten bij de bus, dus dat was een aangename verrassing. Hij woont samen met zijn twee broers in een appartement op een studentencampus, waar wij een eigen kamertje hebben gekregen. De afgelopen dagen waren erg lekker: We zijn twee keer naar het strand geweest(jaja, onze eerste keer Braziliaans strand), hebben wat rondgewandeld door het centrum, ge-pre-carnavald met Argus en zijn vrienden (heel gezellig, gewoon op straat, met muziek en veel mensen, en het begon vooral ook lekker op tijd... dat was weer erg lekker omdat het de dag was dat wij om 4 uur 's middags uit de bus gestapt waren), en gisteravond nog wat langs het strand gelopen en wat gedronken met Argus en een vriend van hem. Die vriend kon ons trouwens ook iedere keer naar het strand brengen met de auto, dus het is allemaal erg aangenaam hier. We krijgen wel steeds te horen dat we een rood hoofd hebben, maar dan leggen wij uit dat dat is omdat we moe zijn en dat het morgen heus weg is. Ze kijken ons alleen dan nog steeds vol ongeloof aan. In ieder geval, wij worden morgenochtend weer een stukje bruiner wakker.

Morgenochtend pakken we om 9 uur de bus naar Natal, om vanaf daar eind van de middag de bus naar Praia da Pipa te pakken. Vanuit daar reizen we dan door naar Salvador, voor carnaval!

Amazone

Na het wennen aan dit veel warmere land dan Nederland in Curitiba, hebben we het vliegtuig gepakt naar de Amazone: Op naar de natuur! We vlogen van Sao Paulo naar Manaus. Manaus is een grote stad aan de amazone, met twee miljoen inwoners. Het voordeel van deze trip was dat we ook twee uur terug reisden in de tijd, en dus meer tijd kregen om een geschikte jungle-tour te vinden. We gingen te voet de stad door, op zoek naar tours. Het was zondag, en de stad zag er een beetje uit als een gesloten kermis: allemaal ingepakte kleine verkooptentjes die op maandag weer open zouden gaan. Gelukkig weten touroperators dat touristen ook op zondag komen, dus die waren wel open. Het was lastig een goede te vinden, en zo ongeveer iedereen op straat verkocht zijn eigen trip.

Enfin, wij hadden niet zoveel zin om alles tot in de puntjes uit te zoeken en het was ook al 5 uur, dus we kochten ons 7-daags pakket bij een man die het allemaal mooi bij elkaar wist te praten. De volgende ochtend zouden we om 8 uur bij het hostel opgehaald worden. Wat moesten we mee? Muggenspul en zonnebrand (en wat kleren uiteraard). Na een boottocht van ongeveer een half uur, een ritje in een junglebusje van ongeveer 3 kwartier en een boottocht van ook ongeveer 3 kwartier werden we afgezet op een hele mooie lodge (een gelegenheid om te slapen, eten en douchen) aan een rivierbed van de amazone. Al meteen zagen we de eerste dolfijnen door de rivier zwemmen, en iets later ook de eerste tropische regenbui.Gelukkig konden we schuilen, dus daar hadden we totaal geen last van. Eline en ik werden samen met een Australier en een Ier ingedeeld bij een groepje dat al bestond uit drie Israeliërs. De gids was een man van 36 die opgegroeid was in de riverbanks, een erg aardige man die ons de komende dagen op sleeptouw zou nemen. We gingen na de lunch, die bestond uit rijst, bonen, vis/kip, wat groenten, fruit en maniok (dat alvast even voor de hele jungletour, want daar kwam het wat betreft lunch en diner altijd op neer), peddelend de rivier op om vogels en dolfijnen te spotten. Ondanks de luidruchtige Israeliers was het een mooie tocht, en zagen we aardig wat vogels en af en toe een dolfijn. ’s Avonds gingen we met een grotere groep aligator spotten. Een gids ving er dan eentje en vertelde er van alles over, en de andere bestuurde de boot. Heldhaftig als we zijn hebben we hem allebei in handen gehad. Gelukkig werd hij daarna gewoon weer in het water gebracht.

Dag twee begon vroeg met een stukje peddelen (om 6 uur), waar we niet veel bijzonders zagen, maar wat wel een mooie start van de dag was. Die middag gingen we naar een bewoner een eindje verderop (je hebt er af en toe een schuurachtig huis staan) die ons ging laten zien hoe je rubber maakt. Dat is waar Manaus rijk van geworden is. Nu is het niet veel meer waard, mede omdat ze de bomen vroeger meenamen naar Azië en het rijkdom van de amazone dus eigenlijk niet meer het rijkdom van de amazone was. Interessant om te zien, maar het was eigenlijk alleen maar voor de toeristen. De man leefde samen met zijn gezin van Maniok en wat vee en vis. Die middag gingen we opweg voor een jungle wandeling, maar helaas koste ons een zware regenbui de kop. Dan heeft het niet zoveel zin om daar te lopen, want je hoort toch niets.

Dag 3 gaven we de junglewandeling een nieuwe kans. Uiteindelijk hebben we best wel veel door de jungle gewandeld, en weet ik niet zo goed meer wanneer we wat zagen. Op ons lijstje staat in ieder geval: Heel veel bijzondere bomen, apen, een tarantula en een heel aantal vogels. De wandeling was leuk en daarna keerden we weer terug naar de lodge.
‘s Middags vertrokken we naar de jungle, waar we ook zouden overnachten. We begonnen met het sprokkelen van hout, zoeken van bananenbladeren (tafelkleed) en andere bladeren (borden) en een soort struikachtige plant met houten stengels (lepels). We hadden zelf kip en rijst mee, en wat ontbijt en fruit. Gelukkig had Titan (de gids) altijd een machette bij zich, die bijvoorbeeld onmisbaar was bij het fabriceren van de lepels, maar ons verder ook veel geholpen heeft een weg door de jungle te vinden. Toen het licht was hingen we ook nog snel onze hangmatten op, om daarna in het donker vuur te stoken voor het eten. Alles ging prima en was erg leuk, maar we hebben geen wilde ervaring op gedaan, gewoon een mooie nacht! Bijkomend was wel dat het de hele nacht hoosde, maar wij sliepen onder eenoverkapping, die al eerder gemaakt was. Van de regen hadden we dus weinig last. De volgende ochtend dronken we koffie en aten we ons ontbijt, en daarna gingen we weer de jungle in voor een wandeling. Daarna gingen we terug naar de lodge om te eten. Die middag vertrokken we weer, naar de natives (casa nativa), mensen die in de amazone wonen en behoorlijk arm zijn. Naar alle genoemde plekken moest je uiteraard toe met de boot, maar eigenlijk was niets dichtbij. We hebben dus ook behoorlijk wat vaaruren gemaakt. In ieder geval, de natives. Ik vond het behoorlijk indrukwekkend. Een groot gezin, bestaande uit allemaal kinderen en hun opa en oma (allebei ergens in de 50). De ouders van die kinderen woonden elders in de amazone of in Manaus. Het is me eigenlijk niet helemaal duidelijk geworden of ze nou altijd bij die opa en oma woonden. Ze woonden in een van amazonehout gemaakte schuur (huis), met schotten als muren. De ruimte was eigenlijk dus gewoon 1 ruimte. In de slaapgedeelten hingen ongeveer 5 hangmatten op iets meer dan 10 vierkante meter. Verder hadden ze een keuken/woongedeelte en geen badkamer. De wc was een hokje met een gat in de grond. Om het huis heen liepen veel dieren, de een nog verwaarloosder dan de ander. Brandmagere honden vol vlooien, wat zielige kippen, een paar varkens, enz. Ze hadden ook een jong poesje, die had het dan weer wat beter en was erg lief (ik wilde hem eigenlijk meenemen in mijn backpack, maar als ik dat wilde moest ik David, een jongen van 12 die altijd met dat poesje was ook meenemen, en die wilden ze eigenlijk niet missen. Einde van het verhaal is dat ik er over 6 jaar weer naar toe ga om Davids studie te betalen, en ik geloof dat ik die kat dan ook mag aaien.). Verder hadden ze wel veel grond en verbouwden ze veel groenten en fruit. Grond is er niet duur, en ze kunnen het verhandelen in Manaus. De kinderen werden elke dag met een schoolboot opgehaald om naar een kleine school midden in de Amazone te gaan. Al met al kwam het wel erg arm over, en het stomste was nog dat ze niets van ons (de toeristen) vroegen om daar te slapen. Wel waren ze echt hartstikke vriendelijk en vonden ze het leuk als ze mensen te gast hadden, ze zaten allemaal vol bewondering te kijken (wat meer bewondering dan je zou hopen eigenlijk, want je bent echt niet één van hen). Ze mochten van ons uiteraard mee eten, maar dat wilden ze niet (de gids vertelde dat ze als wij uit de ruimte waren onze resten zouden opeten), ze hadden te veel schaamte. We sliepen er weer in de hangmat, wat eigenlijk prima slaapt. Wel was het behoorlijk koud die nacht. We vertrokken ’s ochtends met onze boot voor een laatste wandeling in de jungle op die plek. Dat was de dag dat we weer naar Manaus zouden gaan. We hadden onze tour namelijk zo geregeld dat we de laatste 2 dagen van de 7 dagen naar een andere plek zouden gaan, om daar ook nog in de jungle te slapen.
Het was een behoorlijke tegenvaller om in die drukke, warme, stinkende stad terug te komen. Het was wel een beter vooruitzicht dat we de dag er na weer de natuur in zouden gaan. Helaas hadden de touroperators ons hostel niet geboekt, dus moesten we daar achteraan, kwam gelukkig wel goed. De volgende dag werden we wat laat opgehaald en bleek dat er een groep van 7 Tsjechen met ons meeging. Ze waren vanaf de eerste minuut al erg traag en leken weinig fatsoen te hebben (7 stuks van het type: het maakt mij niets uit dat er mensen op me staan te wachten). We werden naar een speedboot gebracht, waar we ook heel lang op moesten wachten. Die bracht ons via een paar plekken die we al gezien hadden naar de Rio Negro, de andere rivier die uitmondt in de Amazone. Ondertussen kwamen er nog een oude man en zijn zoontje met een bootje aanhangen, om ons een meegebrachte luiaard, boa constrictor en krokodil te laten zien. Hartstikke zielig, en de bek van de krokodil was stevig dicht gebonden. Die beesten lagen dicht op elkaar in dat bootje en werden aan ons gegeven (wij wilden dat uiteraard niet), maar de Tsjechen vonden het prachtig. Het was een naar beeld vergeleken met de wilde dieren die we in de dagen ervoor hadden gezien. Uiteraard wilden deze mensen er geld voor, en dat hadden de Tsjechen wel: 2 realen (dat is minder dan een euro), Eline en ik besloten dat we ze definitief stom vonden. Aangekomen op de andere lodge kwamen we een paar Nederlanders tegen, dat was wel gezellig. Het mindere was dat we er al snel achter kwamen dat we niet in de jungle konden slapen (miscommunicatie) en dat er speciaal voor ons een gids was geregeld voor die twee dagen. Niet de meest afgetrainde gids, laat ik het netjes houden, hij zag er niet uit alsof hij het langer dan een uur in de jungle vol zou houden. Met hem moesten we ook peddelen om ook daar vogels te spotten. Peddelen vond hij geloof ik verschrikkelijk, en hij was dolgelukkig toen we mochten aanhangen bij de andere gids met motorboot. Die gids was een soort Indiaan die veel wist van het leven en de dieren/planten daar. Wij deden onze best om de voordelen van een ruil op te noemen, en dat liep succelsvol af, de andere gids moest met de Tsjechen mee. We hebben heerlijk gevaren, mooie verhalen gehoord en mooie natuur gezien. De volgende ochtend gingen we daar ook een wandeling maken, die wel anders was maar op zich niet veel toevoegde aan wat we al gezien hadden. Al met al voegden die laatste twee dagen niet heel veel toe, en bracht het wat gedoe met zich mee.
Gisteren eind van de middag kwamen we behoorlijk gesloopt terug van dit laatste deel, met een voldaan gevoel vooral door het eerste deel van de reis. Vanochtend vlogen we om 6.00 vanaf Manaus naar Belém (we wilden eerst de boot nemen, maar dat duurt 4 dagen en we hebben inmiddels wel genoeg in de hangmat geslapen). De wekker ging half 4, de taxi kwam 4 uur. Dat laatste niet dus. Nog een irritant ding van de touroperator, want hij had die geregeld. Bij deze wil ik dan ook mijn anticampagne tegen deze man starten: Als je ooit naar de Amazone gaat koop dan GEEN jungletour bij Thomas van Planettour, want hij zet je af. We hadden achteraf ook gewoon meer dan genoeg betaald namelijk. En o ja, de taxi kwam helemaal goed, de man van het hostel belde er eentje die er met tien minuten was. Al met al een hele mooie week, dus zelfs het afgezet worden was het waard.

Inmiddels zitten we dus in Belém, in een heel mooi hostel met goed internet. Wel erg lekker om weer een beetje uit te kunnen rusten. We blijven hier twee nachten, en pakken dan de bus naar Fortaleza.

Até a proxima!